Lintwormen
Bij paarden is de lintworm niet de langste worm, hij is maar 4 tot 8 cm lang. De spoelworm is de langste worm en kan tot 50cm lang worden.
Bij andere dieren zie je al eens lintwormsegmentjes vergelijkbaar met rijstkorrels in de ontlasting, maar bij paarden zie je die niet.
De besmetting bij lintworminfecties verloopt iets anders dan bij de andere maag-darm wormen. Ze hebben namelijk een tussengastheer nodig : de mosmijt. Lintwormeitjes worden opgegeten door de mosmijten en deze worden opgegeten door grazende paarden.
De mosmijt wordt vooral teruggevonden in een oude vervilte grasmat waar er veel mos kan groeien.
Af en toe vinden we al eens een lintwormeitje terug bij mestonderzoek, dit is vaak per toeval. Dit komt omdat de lintworm zeer onregelmatig eipakketjes uitscheidt. Dus wanneer er geen eitjes gevonden worden bij mestonderzoek, wil dit niet zeggen dat er geen lintworminfectie is.
Preventieve maatregelen tegen de lintworm zijn moeilijk omdat de mosmijt tot 2 jaar lang kan overleven op de weide. Elke mosmijt die een lintwormeitje bij zich draagt, kan een infectierisico vormen voor paarden die op die weide grazen.
De enige mogelijkheid om de mosmijt te bestrijden is de weide omploegen en opnieuw inzaaien.
Behandeling :
Ontwormingsmiddelen die kunnen gebruikt worden bij een lintworminfectie zijn praziquantel en pyrantel.
Praziquantel is enkel verkrijgbaar in combi-preparaten met ivermectine of moxidectine.
Wanneer je pyrantel als ontwormingsmiddel tegen lintworm gebruikt, moet je een dubbele dosis geven.
De blinde ontworming met combi-preparaat die in het najaar wordt toegepast is ideaal omdat tijdens de zomermaanden en in de herfst de lintwormdruk het hoogste is en dus de kans op besmetting is dan ook het grootste. In het najaar komen veel paarden op stal en/of op de paddock te staan waardoor herbesmetting niet mogelijk is.
Resistentie
Voorlopig is er nog geen resistentie bekend!
Overzicht
Voorkomen: komt regelmatig bij paarden voor.
Besmetting: besmettingen komen voor in de weide door mosmijtjes. Lintworm heeft een tussengastheer nodig, nl. de mosmijt. Mosmijtjes komen vooral voor bij oude vervilte weides waar veel mos groeit.
Locatie: bij de overgang van de dunne naar dikke darm.
Prepatente periode: zes tot tien weken.
Diagnose: mestonderzoek is niet betrouwbaar. Lintwormbesmettingen worden slechts bij toeval aangetoond met mestonderzoek omdat de lintworm zijn eipakketjes onregelmatig uitscheidt.
Wanneer er één wormeitje gevonden wordt, is ontwormen nodig
ELISA speekseltest (antistoffen) is een andere mogelijkheid
Ziektebeeld: asymptomatisch. Ze veroorzaken ontstekingen op de plaats waar ze vastgehecht zijn. Andere symptomen: niet optimaal functioneren, slecht in de vacht, darmontstekingen en er wordt vermoed dat ze een rol spelen bij het ontstaan van verschillende soorten koliek.
Behandeling: praziquantel of pyrantel zijn werkzaam tegen lintwormen.
Praziquantel is enkel verkrijgbaar in combi-preparaten met ivermectine of moxidectine. Bij gebruik van pyrantel tegen lintworm moet men een dubbele dosis gebruiken.
Resistentie: voorlopig nog geen resistentie bekend.