Hoe moet je dan mestonderzoek uitvoeren? Daar is geen simpel antwoord op. Er zijn namelijk verschillende methodes om mestonderzoek uit te voeren. Hieronder leggen we kort de meest gebruikte technieken uit.

1. McMaster-methode

In het laboratorium wordt een bepaalde hoeveelheid ontlasting afgewogen en gemengd met een bepaalde hoeveelheid zoutoplossing. Deze zoutoplossing heeft een bepaalde dichtheid, waardoor de wormeitjes naar het oppervlak drijven. Daarom wordt de zoutoplossing ook wel flotatieoplossing genoemd.

Na het zeven wordt een deel van de bovenstaande vloeistof geïnjecteerd in een McMaster-telkamer (zie foto). Onder de microscoop kunnen de wormeitjes in de telkamer geteld worden. Doordat de eitjes naar het oppervlak drijven dankzij de flotatieoplossing is het makkelijker om ze waar te nemen. Deze methode is een kwantitatieve methode en geeft een goede indicatie van een worminfectie. Detectielimiet bedraagt 25 EPG (eitjes per gram mest).

Met deze methode worden de meest voorkomende wormensoorten (Haakwormen, spoelwormen, lintwormen, strongyloides en zweepwormen) gedetecteerd. Deze methode wordt door MestCheck gebruikt bij standaard mestonderzoek. Je kan deze aankopen in onze webshop.

2. Flotac methode

Deze methode werd ontwikkeld door een Italiaans universiteit.

Er wordt een bepaalde hoeveelheid gram mest afgewogen, hierbij wordt er een bepaald volume flotatieoplossing in de container aan toe gevoegd. In de container wordt alles goed gemengd, daarna injecteren we in de speciaal ontworpen telkamer.

Deze laten we 10 minuten rusten zodat alle wormeitjes gaan drijven.

Onder de microscoop worden alle wormeitjes geteld. Ook deze methode is een kwantitatieve methode. Detectielimiet bedraagt 5 EPG (eitjes per gram mest).

Deze methode wordt gebruikt voor de de meest voorkomende wormensoorten (Haakwormen, spoelwormen, lintwormen, strongyloides en zweepwormen) te detecteren, maar omwille van zijn lagere detectielimiet wordt hij vaak ingezet voor het sneller opsporen van spoelwormbesmettingen en zo ook veel sneller te kunnen behandelen. Het is dus een ideale test voor jonge dieren.

Je kan deze methode aankopen in onze webshop om te verzenden en om af te leveren.

3. Sedimentatie-methode

Deze techniek wordt minder toegepast omdat er minder wormsoorten mee gevonden kunnen worden. Hier wordt gebruik gemaakt van een omgekeerd effect dan bij de flotatiemethode; bij de sedimentatie-methode zullen de wormeitjes namelijk niet drijven naar het oppervlak, maar zullen ze bezinken naar de bodem.

4.Bearmann-methode voor longwormen

Een longworminfectie is niet aan te tonen met de McMaster-methode. Longwormeitjes zijn namelijk al uitgekomen wanneer ze met de mest naar buiten komen, waardoor er geen eitelling mogelijk is vanuit een ontlastingstaal.

Daarom maakt men voor longwormonderzoek gebruik van de Bearmann-methode. Omdat larven graag warme vochtige omgevingen opzoeken, gaan we de mest in lauw water hangen. De larven gaan vanuit de mest in het lauwe water komen en door de zwaartekracht zinken ze.

De vloeistof onderaan de tubing wordt overgebracht op een objectglaasje en microscopisch onderzocht op de aanwezigheid van larven. Wanneer er één larfje gevonden wordt, spreekt men van een infectie en moet deze behandeld worden. Deze methode is een kwalitatieve methode. Deze methode wordt door MestCheck gebruikt bij aanvullend mestonderzoek naar longworm, je kan deze aankopen in onze webshop.